Familiale fietstocht langs de Leie en meanders.

Tekst en foto’s Paul De Wilde. Net als vorig jaar waren de weergoden ons slecht gezind, maar als bij wonder verdwenen de regendruppels aan de hemel.  Dreigende wolken dreven weg, en zonnestralen deden hun best er tussen te priemen. Onze uitstap brengt ons vandaag van Deinze naar Drongen en terug, langs het stukje Leie dat tot op heden in zijn oorspronkelijke staat is gebleven.  Wat weinigen weten is dat dankzij de tussenkomst van de jonge Latemse kunstenaars op het einde van de 19de eeuw in St-Martens-Latem , kon worden  voorkomen dat de Leie tussen Astene en Gent werd rechtgetrokken.  Deze meanderende Leie vormt het fundament van de natuurgebieden waarlangs het heerlijk wandelen en fietsen is.
Voor we vertrekken is er nog een korte uitleg wat een meander is, en hoe die ontstaat.
En nu de fiets op richting ‘Leiemeersen’, we kunnen dit gebied niet los zien van de andere meersen tussen Gent en Deinze.  Via deze meersgebieden migreren heel wat vogels.

Men kan de visiegebieden in drie stukken verdelen : a) De rekkelingemeersen, waar Natuurpunt Deinze plus, een perceel van Stad Deinze beheerd met grasland, struweel en poel.
b) De Leyhoek bevindt zich binnen de oude Leiemeander, waar men de intensief gebruikte weiden wil omzetten in extensief gebruikt grasland.  Dit vormt een uitstekend biotoop voor talrijke, zeldzaam geworden planten zoals Grote ratelaar, Echte koekoeksbloem, enz..
C) De Ooidonkmeersen, meersen gelegen achter kasteel van Ooidonk, slechts enkele percelen van Natuurpunt.  Men streeft ernaar om de grote open meersvlakte te behouden, wat zeer belangrijk is voor de grote hoeveelheden (overwinterende) vogels die er vertoeven, o.a. smienten, kemphanen, wulpen, slobeenden, enz… We zetten onze weg verder langs het ‘Kasteel van Ooidonk’, waar we even halt houden, om onze secretaris Eddy op te wachten, die reeds voor de start met een lekke band had af te rekenen.  Ondanks dat hij  op het laatste ledenfeest een ‘gps’ gewonnen had, toch nog even het ‘noorden’ kwijt op Maaigemdijk !

Onder de Blauwe Poort door richting ‘Kasteel Van Crombrugghe’, dat met zijn indrukwekkende dubbele eiken- en beukendreef voor de ingang het kasteel nog meer doet schitteren.  De oranjerieplanten, die schitteren in de tuin.  Een oranjeboom (sinaasappelboom) is een bijzondere boom, hij bloeit en draagt vruchten ter zelfde tijd !  Deze planten hadden een probleem, ze moeten overwinteren in verwarmde kassen,oranjeriën.  Vandaar dat ze in potten staan.

In een bocht van de Leie op het grondgebied van Drongen-Baarle liggen de ‘Keuzemeersen’.  Het zijn ‘s winters natte graslanden die nog maar zelden overstromen.  Opvallend zijn de houtkanten en knotwilgrijen, die in andere meersen rond het Gentse verdwenen zijn;  De laagst gelegen percelen liggen niet langs de Leie, maar centraal in het gebied (2 Ha, van Natuurpunt).  Ze zijn van de Leie gescheiden door een oeverwal.   Hier broeden slobeenden, Gele kwikstaart, rietgorzen en meerdere kievitparen.  In de knotwilgen steenuiltje, ‘s winters watersnippen en bokjes.  In het voorjaar een mooie bloemenpracht van o.a. Schildereprijs, Waterviolier, Pijptorkruid, Muizenstaartje, enz…

We zetten onze weg verder langs ‘t Heilig Huizeken, het centrum van Drongen binnen.  De ‘oude abdij’, het verhaal begint in de 7de eeuw en kent een woelige geschiedenis van verwoesting en wederopbouw.  Vandaag wordt  één vleugel van de abdij bewoond door de Jezuieten en de rest van het complex doet dienst als bezinningscentrum;  De achtkantige toren in witte steen met peperbuskoepel is het enige wat overgebleven is van de vroegere abdijkerk.

Over de ‘Pontbrug’, tot 1900 was er een veerpont.  Eerst een houten brug, dan een brug in ijzer en arduin.  De huidige betonnen boogbrug dateert van 1926, het is de enige vaste verbinding voor wegverkeer tussen Drongen en het landelijke gebied, De Assels.  De brug is van het vierendeeltype (zoals de spoorwegbrug te Grammene), genoemd naar de Belgische ingenieur.  Deze bestaat uit een boven- en onderrand waartussende vertikale stijlen buigvast zijn verbonden, de diagonale verbindingen ontbreken hierbij.
Stilaan beginnen er hier een paar honger te krijgen en we nemen middagpauze onder een stralende zon op het terras aan de ‘Drie Leien’.
Na het opslaan van de nodige energie rijden we richting natuurgebied ‘De Assels’ waar Natuurpunt 12 Ha. beheert.  Via een knuppelpad naar de vogelkijkhut hebben we een mooi overzicht van het gebied.
  ‘De Assels’ is een meersengebied, een natuurlijk overstromingsgebied van de Leie, zoals de Keuzemeersen en de Bourgoyen.  Hier broeden jaarlijks verscheidene koppels grutto’s.  De talrijke grachten doen dienst als afbakening van de percelen.  Er komen nog een paar natuurlijke putten voor , Boterput en Piereput, restanten van de vroegere meanders van de Leie.  Samen met een landbouwer pakte Natuurpunt de verruiging van het gebied aan.  Met resultaat veel Dotterbloemen, pinksterbloemen, Grote ratelaar en Echte koekoeksbloem.  

De Assels

            En nu naar het ‘veerpont’, Vlaanderen heeft nog 16 fiets- en voetveren.  Daarvan liggen er twee op de Leie in Drongen.
Na heelhuids de overkant te hebben bereikt, bewonderen we de kerk van Afsnee, gebouwd op een kleine terp (heuvel).

het veer

Na wat kronkelende wegen, fietsen we voorbij de ‘Beelaertmeersen’, hier bleef de volledige overgang bewaard tussen de leiemeersen, vlak langs de rivier, en de hoger gelegen kouter met droge akkers.  ‘s Winters zie je hier de meersen kletsnat bijliggen.  Er groeien allerlei zeggesoorten en Dotterbloemen.
We naderen ‘Kasteel Borluut’ waar we in de Engels ingerichte landschapstuin enkele grote Moerascipressen terugvinden;  Dit is een bladverliezende naaldboom uit Noord-Amerika.  Een boomsoort met enorme ademwortels (op 0,5 meter hoogte), die de boom voorziet van lucht, ze vormen ook een belangrijke oeverbescherming.
Onze weg  verder zettende voorbij de ‘Koutermolen’, in volle restauratie om hem terug maalvaardig te maken, naderen we St-Martens-Latem.  Te St-Martens-Latem waar op het kerkhof Baron George Minne (beeldhouwer en tekenaar) en Albijn van den Abeele (oud-burgemeester, schrijver en kunstschilder) hun laatste rustplaats hebben gevonden.

Rechts van de aanlegsteiger, aan de oude Leie, staat ‘Het Tempelhof’ of ‘St Baafshoeve’.  De naam vindt zijn oorsprong in een oude legende die verhaalt dat de ridders van de tempeliersorde op die plaats verbleven.  Maar het zal bij een fabeltje blijven.  Wat wel zeker is, is dat het ‘Tempelhof’ een overblijfsel is van een Latemse heerlijkheid die in de 12de eeuwe toebehoorde aan de Gentse St-Baafsabdij.  Het was een belangrijke hoeve waar de vierschaar zetelde.  Het strekte zich vroeger uit tot aan de St Martinuskerk, en bevatte een neerhof, opperhof, een brouwerij en graanmolen.  Het huidige ‘Tempelhof’ bestaat slechts nog uit het woonhuis van het oude neerhof.

Bij het zien van de ‘ijskar’ mochten we de geneugten des levens niet vergeten, en genoten we in stilte langs de oevers van de oude Leie !  

een lekker ijsje...

Voldaan fietsen we naar de laatste meersen de ‘Latemse meersen’. De totale oppervlakte bedraagt 130 Ha. waarvan 25 Ha. in beheer van Natuurpunt.  Ook deze meersen kleuren het voorjaar geel en roze met Dotterbloemen, koekoeksbloemen en Grote ratelaar.

Het reliëf is merkwaardig.  De vochtige komgronden worden er begrensd door landduinen ten zuiden en oeverwallen langs de Leie.  In het noordwesten vind je een donk, dat is een afgespoelde duin, met uitlopers van fossiele overwallen.
Opvallend is het dichte netwerk van sloten, met de centrale waterloop de Meersbeek.  Die ontwatert het gebied van west naar oost.  Dit slotenpatroon is aangelegd tijdens de vroege middeleeuwen.  Typische weidevogels : kievittten, wilde eenden, kuifeenden, krakeenden, Gele kwikstaarten broeden in dit gebied.  Veel zoogdieren, vos, steenmarten en zelfs reeën !
Door een slecht gemeentelijk rioleringsstelsel is er in het gebied echer een groot probleem met de waterkwaliteit.
Langs de ‘Royal Latem Golf Club’ keren we terug richting ‘Astene Sas’.  Het sas dateert van 1861 toen men een doorsteek van honder meter groef om zowat 5 km. bochten uit te sparen.  Er werd een stuw en een sluis gebouwd.  En aangezien het 150 jaar geleden is dat dit complex werd gebouwd, moeten we daar toch zeker eens op klinken ! Het ‘Sashuis’ is de ideale plaats daarvoor.
Na het nuttigen van een lekkere ‘Piraat’ reden we voldaan naar onze thuishaven.
Tot volgend jaar !!
Paul

De gids en zijn fiets

Meander : Een meander is een natuurlijk gevormde lus in beek of rivier die ontstaat doordat het water in een waterloop soms aan verschillende snelheden stroomt.  Aan de binnenkant van een meander stroomt het water het traagst en aan de buitenkant van een meander stroomt het water het snelst.  Doordat verschil erodeert de buitenbocht en wordt er grond afgezet aan de andere kant.  Als dit proces tientallen jaren ongestoord verder gaat, zal de bocht steeds wijder en de waterlooop steeds langer worden.  De bocht zal de vorm van een hoefijzer aannemen.  Wordt de meander nog wijder , dan zullen de twee bochten samenvloeien en wordt  de meander een hoefijzermeer.  Dit stuk rivier maakt dus geen actief deel meer uit van de loop van de rivier.  We spreken van een meanderdoorbraak.   Oeverwal : Ontstond door afzetting van slib telkens de rivier in het verleden overstroomde.  Oeverwallen zijn ontstaan zo’n 10000 jaar geleden.  Wanneer de rivier ruimte krijgt zal hij dat nog steeds doen.  het zand bezinkt direct naast de rivierbedding, de klei wat verderop in de komgronden achter de oeverwallen.  Omdat dit proces bij iedere overstroming herhaald, vormt zich een steeds hogere en bredere natuurlijke wal.   Landduinen : De landduinen werden 10000 jaar geleden gevormd.  In die periode ontstonden smalle en diepe rivierdalen waarvan de huidige Schelde en Leie deel uitmaken.  Zand waaide op uit de vallei en vormde rivierduinen  
+ DOE MEE EN WIN...

DOE MEE EN WIN...