De één zijn dood, is de ander zijn brood …

 

Beste natuurliefhebbers,

De winter slaat keihard toe,  en brengt op die manier grote aantallen vogels naar onze  voederplaatsen ! Je tuin en de omgeving is het leefgebied voor heel wat vogelsoorten.  Maar niet alle soorten laten zich even gemakkelijk bekijken.  Maar als je wat voeder voorziet, zorg je voor extra levendigheid. Sommige soorten zie je maar af en toe, andere zul je elke dag te zien krijgen.  De echte tuinvogels zijn het gewend van mensen te zien, en storen zich  niet  aan ons.  Al zit een vink maar één of twee weken in onze tuinen, toch kan die periode van belang zijn voor hem  om te overleven.  Iedere tuinbezitter kan de vogels helpen door voedsel te voorzien en meer beschutting en betere nestgelegenheid te bieden.  Dus beste Deinzenaars, vanaf morgen zijn de winkels terug open, haal die mezenbollen en pindanoten !

 

En wat met de stelling ‘de één zijn dood , is de ander zijn brood ’ ?  Vandaag in de tuin deze Sperwer gespot die op de loer lag op een zangvogeltje.

 

Tips voor het voederen

- Voederen mag op bescheiden schaal het hele jaar door, maar het is pas echt nodig als het langdurig vriest en/of sneeuwt zoals nu.

- Voeder niet te veel tegelijk en liefst ’smorgens  en tegen het einde van de middag.  Overdadig voederen kan ratten aantrekken.

- Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt.  In kaas en brood dat je voedert zit al meer dan genoeg zout.

- Voeder zeker geen margarine of boter, die werken als laxeermiddel.

- Voedsel dat gemakkelijk bevriest, zoals appels, voeder je best als geheel en niet in stukjes.

- Voeder nooit met mezenbollen en pinda’s in de tijd dat de vogels jongen hebben, de jongen van de meeste zangvogels eten insecten.

- In de winter is ook drinkwater belangrijk, bij vorst best een bakje met zuiver water buitenzetten (nooit zout in het water doen).  Bij sneeuwval is het niet nodig water buiten te zetten.

 

Vogelvriendelijke tuinen

In een tuin waar de natuur spontaan meer kansen krijgt, heb je natuurlijk meer kans op meer soorten vogels.  In vogelvriendelijke tuinen vind je streekeigen bomen, bloesem- en bessenrijke struiken, bloemenveldjes die insecten aantrekken, ‘wilde hoekjes’ waar allerlei ‘onkruiden’ mogen blijven staan. Opgestapeld hout, gestapelde bakstenen zijn ideale broedplaatsen voor ongewervelden (insecten, spinnen,..).  Je vindt er zeker geen gifspuit of slakkendodende korrels.  Als je wilde vogels leefkansen wil geven, reserveer je  in je tuin voldoende ruimte voor echte natuur.

 

sized_DSC05158(001)

+ DOE MEE EN WIN...

DOE MEE EN WIN...